142
-
strong verb "zwinden"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik zwind
jij zwindt
hij zwindt
wij zwinden
jullie zwinden
zij zwinden
OVT / Past
ik zwond
jij zwond
hij zwond
wij zwonden
jullie zwonden
zij zwonden
OTTT / Future I
ik zal zwinden
jij zult zwinden
hij zal zwinden
wij zullen zwinden
jullie zullen zwinden
zij zullen zwinden
VTT / Present Perfect
ik heb gezwonden
jij hebt gezwonden
hij heeft gezwonden
wij hebben gezwonden
jullie hebben gezwonden
zij hebben gezwonden
VVT / Past Perfect
ik had gezwonden
jij had gezwonden
hij had gezwonden
wij hadden gezwonden
jullie hadden gezwonden
zij hadden gezwonden
VTTT / Future II
ik zal gezwonden hebben
jij zult gezwonden hebben
hij zal gezwonden hebben
wij zullen gezwonden hebben
jullie zullen gezwonden hebben
zij zullen gezwonden hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou zwinden
jij zou zwinden
hij zou zwinden
wij zouden zwinden
jullie zouden zwinden
zij zouden zwinden
VVTT / Conditional II
ik zou gezwonden hebben
jij zou gezwonden hebben
hij zou gezwonden hebben
wij zouden gezwonden hebben
jullie zouden gezwonden hebben
zij zouden gezwonden hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
zwindend
Voltooid / Past Participle
gezwonden
Zelfstandig naamwoord