Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
37
-
strong verb "buigen"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
ui-oo-o (#2b): buigen, boog, gebogen
Conjugation:
-
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik buig
jij buigt
hij buigt
wij buigen
jullie buigen
zij buigen
OVT / Past
ik boog
jij boog
hij boog
wij bogen
jullie bogen
zij bogen
OTTT / Future I
ik zal buigen
jij zult buigen
hij zal buigen
wij zullen buigen
jullie zullen buigen
zij zullen buigen
VTT / Present Perfect
ik heb gebogen
jij hebt gebogen
hij heeft gebogen
wij hebben gebogen
jullie hebben gebogen
zij hebben gebogen
VVT / Past Perfect
ik had gebogen
jij had gebogen
hij had gebogen
wij hadden gebogen
jullie hadden gebogen
zij hadden gebogen
VTTT / Future II
ik zal gebogen hebben
jij zult gebogen hebben
hij zal gebogen hebben
wij zullen gebogen hebben
jullie zullen gebogen hebben
zij zullen gebogen hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou buigen
jij zou buigen
hij zou buigen
wij zouden buigen
jullie zouden buigen
zij zouden buigen
VVTT / Conditional II
ik zou gebogen hebben
jij zou gebogen hebben
hij zou gebogen hebben
wij zouden gebogen hebben
jullie zouden gebogen hebben
zij zouden gebogen hebben
Imperatief

buig / buigt u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
buigend
Voltooid / Past Participle
gebogen
Zelfstandig naamwoord

het buigen


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved