126
-
strong verb "winden"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik wind
jij windt
hij windt
wij winden
jullie winden
zij winden
OVT / Past
ik wond
jij wond
hij wond
wij wonden
jullie wonden
zij wonden
OTTT / Future I
ik zal winden
jij zult winden
hij zal winden
wij zullen winden
jullie zullen winden
zij zullen winden
VTT / Present Perfect
ik heb gewonden
jij hebt gewonden
hij heeft gewonden
wij hebben gewonden
jullie hebben gewonden
zij hebben gewonden
VVT / Past Perfect
ik had gewonden
jij had gewonden
hij had gewonden
wij hadden gewonden
jullie hadden gewonden
zij hadden gewonden
VTTT / Future II
ik zal gewonden hebben
jij zult gewonden hebben
hij zal gewonden hebben
wij zullen gewonden hebben
jullie zullen gewonden hebben
zij zullen gewonden hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou winden
jij zou winden
hij zou winden
wij zouden winden
jullie zouden winden
zij zouden winden
VVTT / Conditional II
ik zou gewonden hebben
jij zou gewonden hebben
hij zou gewonden hebben
wij zouden gewonden hebben
jullie zouden gewonden hebben
zij zouden gewonden hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
windend
Voltooid / Past Participle
gewonden
Zelfstandig naamwoord