40
-
strong verb "dragen"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik draag
jij draagt
hij draagt
wij dragen
jullie dragen
zij dragen
OVT / Past
ik droeg
jij droeg
hij droeg
wij droegen
jullie droegen
zij droegen
OTTT / Future I
ik zal dragen
jij zult dragen
hij zal dragen
wij zullen dragen
jullie zullen dragen
zij zullen dragen
VTT / Present Perfect
ik heb gedragen
jij hebt gedragen
hij heeft gedragen
wij hebben gedragen
jullie hebben gedragen
zij hebben gedragen
VVT / Past Perfect
ik had gedragen
jij had gedragen
hij had gedragen
wij hadden gedragen
jullie hadden gedragen
zij hadden gedragen
VTTT / Future II
ik zal gedragen hebben
jij zult gedragen hebben
hij zal gedragen hebben
wij zullen gedragen hebben
jullie zullen gedragen hebben
zij zullen gedragen hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou dragen
jij zou dragen
hij zou dragen
wij zouden dragen
jullie zouden dragen
zij zouden dragen
VVTT / Conditional II
ik zou gedragen hebben
jij zou gedragen hebben
hij zou gedragen hebben
wij zouden gedragen hebben
jullie zouden gedragen hebben
zij zouden gedragen hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
dragend
Voltooid / Past Participle
gedragen
Zelfstandig naamwoord