Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
53
-
strong verb "genezen"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
e-a-e (#5a): genezen, genas, genezen
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik genees
jij geneest
hij geneest
wij genezen
jullie genezen
zij genezen
OVT / Past
ik genas
jij genas
hij genas
wij genazen
jullie genazen
zij genazen
OTTT / Future I
ik zal genezen
jij zult genezen
hij zal genezen
wij zullen genezen
jullie zullen genezen
zij zullen genezen
VTT / Present Perfect
ik ben genezen
jij bent genezen
hij is genezen
wij zijn genezen
jullie zijn genezen
zij zijn genezen
VVT / Past Perfect
ik was genezen
jij was genezen
hij was genezen
wij waren genezen
jullie waren genezen
zij waren genezen
VTTT / Future II
ik zal genezen zijn
jij zult genezen zijn
hij zal genezen zijn
wij zullen genezen zijn
jullie zullen genezen zijn
zij zullen genezen zijn
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou genezen
jij zou genezen
hij zou genezen
wij zouden genezen
jullie zouden genezen
zij zouden genezen
VVTT / Conditional II
ik zou genezen zijn
jij zou genezen zijn
hij zou genezen zijn
wij zouden genezen zijn
jullie zouden genezen zijn
zij zouden genezen zijn
Imperatief

genees / geneest u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
genezend
Voltooid / Past Participle
genezen
Zelfstandig naamwoord

het genezen


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved