78
-
strong verb "liggen"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik lig
jij ligt
hij ligt
wij liggen
jullie liggen
zij liggen
OVT / Past
ik lag
jij lag
hij lag
wij lagen
jullie lagen
zij lagen
OTTT / Future I
ik zal liggen
jij zult liggen
hij zal liggen
wij zullen liggen
jullie zullen liggen
zij zullen liggen
VTT / Present Perfect
ik heb gelegen
jij hebt gelegen
hij heeft gelegen
wij hebben gelegen
jullie hebben gelegen
zij hebben gelegen
VVT / Past Perfect
ik had gelegen
jij had gelegen
hij had gelegen
wij hadden gelegen
jullie hadden gelegen
zij hadden gelegen
VTTT / Future II
ik zal gelegen hebben
jij zult gelegen hebben
hij zal gelegen hebben
wij zullen gelegen hebben
jullie zullen gelegen hebben
zij zullen gelegen hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou liggen
jij zou liggen
hij zou liggen
wij zouden liggen
jullie zouden liggen
zij zouden liggen
VVTT / Conditional II
ik zou gelegen hebben
jij zou gelegen hebben
hij zou gelegen hebben
wij zouden gelegen hebben
jullie zouden gelegen hebben
zij zouden gelegen hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
liggend
Voltooid / Past Participle
gelegen
Zelfstandig naamwoord