129
-
irregular, weak verb "wreken"
Weak verb:
wreken
Conjugation:
Irregular:
The Voltooid Deelwoord (Past Participle) is conjugated to "gewroken", not "gewreekt".
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik wreek
jij wreekt
hij wreekt
wij wreken
jullie wreken
zij wreken
OVT / Past
ik wreekte
jij wreekte
hij wreekte
wij wreekten
jullie wreekten
zij wreekten
OTTT / Future I
ik zal wreken
jij zult wreken
hij zal wreken
wij zullen wreken
jullie zullen wreken
zij zullen wreken
VTT / Present Perfect
ik heb gewroken
jij hebt gewroken
hij heeft gewroken
wij hebben gewroken
jullie hebben gewroken
zij hebben gewroken
VVT / Past Perfect
ik had gewroken
jij had gewroken
hij had gewroken
wij hadden gewroken
jullie hadden gewroken
zij hadden gewroken
VTTT / Future II
ik zal gewroken hebben
jij zult gewroken hebben
hij zal gewroken hebben
wij zullen gewroken hebben
jullie zullen gewroken hebben
zij zullen gewroken hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou wreken
jij zou wreken
hij zou wreken
wij zouden wreken
jullie zouden wreken
zij zouden wreken
VVTT / Conditional II
ik zou gewroken hebben
jij zou gewroken hebben
hij zou gewroken hebben
wij zouden gewroken hebben
jullie zouden gewroken hebben
zij zouden gewroken hebben
Imperatief
wreek / wreekt u
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
wrekend
Voltooid / Past Participle
gewroken
Zelfstandig naamwoord
het wreken