Irregular verbs, overview
Weak verb:
drukken
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik druk
jij drukt
hij drukt
wij drukken
jullie drukken
zij drukken
OVT / Past
ik drukte
jij drukte
hij drukte
wij drukten
jullie drukten
zij drukten
OTTT / Future I
ik zal drukken
jij zult drukken
hij zal drukken
wij zullen drukken
jullie zullen drukken
zij zullen drukken
VTT / Present Perfect
ik heb gedrukt
jij hebt gedrukt
hij heeft gedrukt
wij hebben gedrukt
jullie hebben gedrukt
zij hebben gedrukt
VVT / Past Perfect
ik had gedrukt
jij had gedrukt
hij had gedrukt
wij hadden gedrukt
jullie hadden gedrukt
zij hadden gedrukt
VTTT / Future II
ik zal gedrukt hebben
jij zult gedrukt hebben
hij zal gedrukt hebben
wij zullen gedrukt hebben
jullie zullen gedrukt hebben
zij zullen gedrukt hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou drukken
jij zou drukken
hij zou drukken
wij zouden drukken
jullie zouden drukken
zij zouden drukken
VVTT / Conditional II
ik zou gedrukt hebben
jij zou gedrukt hebben
hij zou gedrukt hebben
wij zouden gedrukt hebben
jullie zouden gedrukt hebben
zij zouden gedrukt hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
drukkend
Voltooid / Past Participle
gedrukt
Zelfstandig naamwoord