Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
110
-
strong verb "vangen"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
strong verb: vangen, ving, gevangen
Conjugation:
-
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik vang
jij vangt
hij vangt
wij vangen
jullie vangen
zij vangen
OVT / Past
ik ving
jij ving
hij ving
wij vingen
jullie vingen
zij vingen
OTTT / Future I
ik zal vangen
jij zult vangen
hij zal vangen
wij zullen vangen
jullie zullen vangen
zij zullen vangen
VTT / Present Perfect
ik heb gevangen
jij hebt gevangen
hij heeft gevangen
wij hebben gevangen
jullie hebben gevangen
zij hebben gevangen
VVT / Past Perfect
ik had gevangen
jij had gevangen
hij had gevangen
wij hadden gevangen
jullie hadden gevangen
zij hadden gevangen
VTTT / Future II
ik zal gevangen hebben
jij zult gevangen hebben
hij zal gevangen hebben
wij zullen gevangen hebben
jullie zullen gevangen hebben
zij zullen gevangen hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou vangen
jij zou vangen
hij zou vangen
wij zouden vangen
jullie zouden vangen
zij zouden vangen
VVTT / Conditional II
ik zou gevangen hebben
jij zou gevangen hebben
hij zou gevangen hebben
wij zouden gevangen hebben
jullie zouden gevangen hebben
zij zouden gevangen hebben
Imperatief

vang / vangt u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
vangend
Voltooid / Past Participle
gevangen
Zelfstandig naamwoord

het vangen


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved