31
-
strong verb "bidden"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik bid
jij bidt
hij bidt
wij bidden
jullie bidden
zij bidden
OVT / Past
ik bad
jij bad
hij bad
wij baden
jullie baden
zij baden
OTTT / Future I
ik zal bidden
jij zult bidden
hij zal bidden
wij zullen bidden
jullie zullen bidden
zij zullen bidden
VTT / Present Perfect
ik heb gebeden
jij hebt gebeden
hij heeft gebeden
wij hebben gebeden
jullie hebben gebeden
zij hebben gebeden
VVT / Past Perfect
ik had gebeden
jij had gebeden
hij had gebeden
wij hadden gebeden
jullie hadden gebeden
zij hadden gebeden
VTTT / Future II
ik zal gebeden hebben
jij zult gebeden hebben
hij zal gebeden hebben
wij zullen gebeden hebben
jullie zullen gebeden hebben
zij zullen gebeden hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou bidden
jij zou bidden
hij zou bidden
wij zouden bidden
jullie zouden bidden
zij zouden bidden
VVTT / Conditional II
ik zou gebeden hebben
jij zou gebeden hebben
hij zou gebeden hebben
wij zouden gebeden hebben
jullie zouden gebeden hebben
zij zouden gebeden hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
biddend
Voltooid / Past Participle
gebeden
Zelfstandig naamwoord