Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
137
-
strong verb "zitten"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
i-a-e (#5b): zitten, zat, gezeten
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik zit
jij zit
hij zit
wij zitten
jullie zitten
zij zitten
OVT / Past
ik zat
jij zat
hij zat
wij zaten
jullie zaten
zij zaten
OTTT / Future I
ik zal zitten
jij zult zitten
hij zal zitten
wij zullen zitten
jullie zullen zitten
zij zullen zitten
VTT / Present Perfect
ik heb gezeten
jij hebt gezeten
hij heeft gezeten
wij hebben gezeten
jullie hebben gezeten
zij hebben gezeten
VVT / Past Perfect
ik had gezeten
jij had gezeten
hij had gezeten
wij hadden gezeten
jullie hadden gezeten
zij hadden gezeten
VTTT / Future II
ik zal gezeten hebben
jij zult gezeten hebben
hij zal gezeten hebben
wij zullen gezeten hebben
jullie zullen gezeten hebben
zij zullen gezeten hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou zitten
jij zou zitten
hij zou zitten
wij zouden zitten
jullie zouden zitten
zij zouden zitten
VVTT / Conditional II
ik zou gezeten hebben
jij zou gezeten hebben
hij zou gezeten hebben
wij zouden gezeten hebben
jullie zouden gezeten hebben
zij zouden gezeten hebben
Imperatief

zit / zit u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
zittend
Voltooid / Past Participle
gezeten
Zelfstandig naamwoord

het zitten


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved