116
-
strong verb "vinden"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik vind
jij vindt
hij vindt
wij vinden
jullie vinden
zij vinden
OVT / Past
ik vond
jij vond
hij vond
wij vonden
jullie vonden
zij vonden
OTTT / Future I
ik zal vinden
jij zult vinden
hij zal vinden
wij zullen vinden
jullie zullen vinden
zij zullen vinden
VTT / Present Perfect
ik heb gevonden
jij hebt gevonden
hij heeft gevonden
wij hebben gevonden
jullie hebben gevonden
zij hebben gevonden
VVT / Past Perfect
ik had gevonden
jij had gevonden
hij had gevonden
wij hadden gevonden
jullie hadden gevonden
zij hadden gevonden
VTTT / Future II
ik zal gevonden hebben
jij zult gevonden hebben
hij zal gevonden hebben
wij zullen gevonden hebben
jullie zullen gevonden hebben
zij zullen gevonden hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou vinden
jij zou vinden
hij zou vinden
wij zouden vinden
jullie zouden vinden
zij zouden vinden
VVTT / Conditional II
ik zou gevonden hebben
jij zou gevonden hebben
hij zou gevonden hebben
wij zouden gevonden hebben
jullie zouden gevonden hebben
zij zouden gevonden hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
vindend
Voltooid / Past Participle
gevonden
Zelfstandig naamwoord