Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
90
-
strong verb "scheren"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
strong verb: scheren, schoor, geschoren
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik scheer
jij scheert
hij scheert
wij scheren
jullie scheren
zij scheren
OVT / Past
ik schoor
jij schoor
hij schoor
wij schoren
jullie schoren
zij schoren
OTTT / Future I
ik zal scheren
jij zult scheren
hij zal scheren
wij zullen scheren
jullie zullen scheren
zij zullen scheren
VTT / Present Perfect
ik heb geschoren
jij hebt geschoren
hij heeft geschoren
wij hebben geschoren
jullie hebben geschoren
zij hebben geschoren
VVT / Past Perfect
ik had geschoren
jij had geschoren
hij had geschoren
wij hadden geschoren
jullie hadden geschoren
zij hadden geschoren
VTTT / Future II
ik zal geschoren hebben
jij zult geschoren hebben
hij zal geschoren hebben
wij zullen geschoren hebben
jullie zullen geschoren hebben
zij zullen geschoren hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou scheren
jij zou scheren
hij zou scheren
wij zouden scheren
jullie zouden scheren
zij zouden scheren
VVTT / Conditional II
ik zou geschoren hebben
jij zou geschoren hebben
hij zou geschoren hebben
wij zouden geschoren hebben
jullie zouden geschoren hebben
zij zouden geschoren hebben
Imperatief

scheer / scheert u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
scherend
Voltooid / Past Participle
geschoren
Zelfstandig naamwoord

het scheren


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved