Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
42
-
strong verb "drinken"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
i-o-o (#3a): drinken, dronk, gedronken
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik drink
jij drinkt
hij drinkt
wij drinken
jullie drinken
zij drinken
OVT / Past
ik dronk
jij dronk
hij dronk
wij dronken
jullie dronken
zij dronken
OTTT / Future I
ik zal drinken
jij zult drinken
hij zal drinken
wij zullen drinken
jullie zullen drinken
zij zullen drinken
VTT / Present Perfect
ik heb gedronken
jij hebt gedronken
hij heeft gedronken
wij hebben gedronken
jullie hebben gedronken
zij hebben gedronken
VVT / Past Perfect
ik had gedronken
jij had gedronken
hij had gedronken
wij hadden gedronken
jullie hadden gedronken
zij hadden gedronken
VTTT / Future II
ik zal gedronken hebben
jij zult gedronken hebben
hij zal gedronken hebben
wij zullen gedronken hebben
jullie zullen gedronken hebben
zij zullen gedronken hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou drinken
jij zou drinken
hij zou drinken
wij zouden drinken
jullie zouden drinken
zij zouden drinken
VVTT / Conditional II
ik zou gedronken hebben
jij zou gedronken hebben
hij zou gedronken hebben
wij zouden gedronken hebben
jullie zouden gedronken hebben
zij zouden gedronken hebben
Imperatief

drink / drinkt u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
drinkend
Voltooid / Past Participle
gedronken
Zelfstandig naamwoord

het drinken


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved