121
-
strong verb "wegen"
Weak verb:
strong verb: wegen, woog, gewogen
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik weeg
jij weegt
hij weegt
wij wegen
jullie wegen
zij wegen
OVT / Past
ik woog
jij woog
hij woog
wij wogen
jullie wogen
zij wogen
OTTT / Future I
ik zal wegen
jij zult wegen
hij zal wegen
wij zullen wegen
jullie zullen wegen
zij zullen wegen
VTT / Present Perfect
ik heb gewogen
jij hebt gewogen
hij heeft gewogen
wij hebben gewogen
jullie hebben gewogen
zij hebben gewogen
VVT / Past Perfect
ik had gewogen
jij had gewogen
hij had gewogen
wij hadden gewogen
jullie hadden gewogen
zij hadden gewogen
VTTT / Future II
ik zal gewogen hebben
jij zult gewogen hebben
hij zal gewogen hebben
wij zullen gewogen hebben
jullie zullen gewogen hebben
zij zullen gewogen hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou wegen
jij zou wegen
hij zou wegen
wij zouden wegen
jullie zouden wegen
zij zouden wegen
VVTT / Conditional II
ik zou gewogen hebben
jij zou gewogen hebben
hij zou gewogen hebben
wij zouden gewogen hebben
jullie zouden gewogen hebben
zij zouden gewogen hebben
Imperatief
weeg / weegt u
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
wegend
Voltooid / Past Participle
gewogen
Zelfstandig naamwoord
het wegen