62
-
strong verb "helpen"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik help
jij helpt
hij helpt
wij helpen
jullie helpen
zij helpen
OVT / Past
ik hielp
jij hielp
hij hielp
wij hielpen
jullie hielpen
zij hielpen
OTTT / Future I
ik zal helpen
jij zult helpen
hij zal helpen
wij zullen helpen
jullie zullen helpen
zij zullen helpen
VTT / Present Perfect
ik heb geholpen
jij hebt geholpen
hij heeft geholpen
wij hebben geholpen
jullie hebben geholpen
zij hebben geholpen
VVT / Past Perfect
ik had geholpen
jij had geholpen
hij had geholpen
wij hadden geholpen
jullie hadden geholpen
zij hadden geholpen
VTTT / Future II
ik zal geholpen hebben
jij zult geholpen hebben
hij zal geholpen hebben
wij zullen geholpen hebben
jullie zullen geholpen hebben
zij zullen geholpen hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou helpen
jij zou helpen
hij zou helpen
wij zouden helpen
jullie zouden helpen
zij zouden helpen
VVTT / Conditional II
ik zou geholpen hebben
jij zou geholpen hebben
hij zou geholpen hebben
wij zouden geholpen hebben
jullie zouden geholpen hebben
zij zouden geholpen hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
helpend
Voltooid / Past Participle
geholpen
Zelfstandig naamwoord