89
-
strong verb "schenken"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik schenk
jij schenkt
hij schenkt
wij schenken
jullie schenken
zij schenken
OVT / Past
ik schonk
jij schonk
hij schonk
wij schonken
jullie schonken
zij schonken
OTTT / Future I
ik zal schenken
jij zult schenken
hij zal schenken
wij zullen schenken
jullie zullen schenken
zij zullen schenken
VTT / Present Perfect
ik heb geschonken
jij hebt geschonken
hij heeft geschonken
wij hebben geschonken
jullie hebben geschonken
zij hebben geschonken
VVT / Past Perfect
ik had geschonken
jij had geschonken
hij had geschonken
wij hadden geschonken
jullie hadden geschonken
zij hadden geschonken
VTTT / Future II
ik zal geschonken hebben
jij zult geschonken hebben
hij zal geschonken hebben
wij zullen geschonken hebben
jullie zullen geschonken hebben
zij zullen geschonken hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou schenken
jij zou schenken
hij zou schenken
wij zouden schenken
jullie zouden schenken
zij zouden schenken
VVTT / Conditional II
ik zou geschonken hebben
jij zou geschonken hebben
hij zou geschonken hebben
wij zouden geschonken hebben
jullie zouden geschonken hebben
zij zouden geschonken hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
schenkend
Voltooid / Past Participle
geschonken
Zelfstandig naamwoord