108
-
strong verb "trekken"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik trek
jij trekt
hij trekt
wij trekken
jullie trekken
zij trekken
OVT / Past
ik trok
jij trok
hij trok
wij trokken
jullie trokken
zij trokken
OTTT / Future I
ik zal trekken
jij zult trekken
hij zal trekken
wij zullen trekken
jullie zullen trekken
zij zullen trekken
VTT / Present Perfect
ik heb getrokken
jij hebt getrokken
hij heeft getrokken
wij hebben getrokken
jullie hebben getrokken
zij hebben getrokken
VVT / Past Perfect
ik had getrokken
jij had getrokken
hij had getrokken
wij hadden getrokken
jullie hadden getrokken
zij hadden getrokken
VTTT / Future II
ik zal getrokken hebben
jij zult getrokken hebben
hij zal getrokken hebben
wij zullen getrokken hebben
jullie zullen getrokken hebben
zij zullen getrokken hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou trekken
jij zou trekken
hij zou trekken
wij zouden trekken
jullie zouden trekken
zij zouden trekken
VVTT / Conditional II
ik zou getrokken hebben
jij zou getrokken hebben
hij zou getrokken hebben
wij zouden getrokken hebben
jullie zouden getrokken hebben
zij zouden getrokken hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
trekkend
Voltooid / Past Participle
getrokken
Zelfstandig naamwoord