51
-
weak verb "gebruiken"
Weak verb:
gebruiken
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik gebruik
jij gebruikt
hij gebruikt
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
OVT / Past
ik gebruikte
jij gebruikte
hij gebruikte
wij gebruikten
jullie gebruikten
zij gebruikten
OTTT / Future I
ik zal gebruiken
jij zult gebruiken
hij zal gebruiken
wij zullen gebruiken
jullie zullen gebruiken
zij zullen gebruiken
VTT / Present Perfect
ik heb gebruikt
jij hebt gebruikt
hij heeft gebruikt
wij hebben gebruikt
jullie hebben gebruikt
zij hebben gebruikt
VVT / Past Perfect
ik had gebruikt
jij had gebruikt
hij had gebruikt
wij hadden gebruikt
jullie hadden gebruikt
zij hadden gebruikt
VTTT / Future II
ik zal gebruikt hebben
jij zult gebruikt hebben
hij zal gebruikt hebben
wij zullen gebruikt hebben
jullie zullen gebruikt hebben
zij zullen gebruikt hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou gebruiken
jij zou gebruiken
hij zou gebruiken
wij zouden gebruiken
jullie zouden gebruiken
zij zouden gebruiken
VVTT / Conditional II
ik zou gebruikt hebben
jij zou gebruikt hebben
hij zou gebruikt hebben
wij zouden gebruikt hebben
jullie zouden gebruikt hebben
zij zouden gebruikt hebben
Imperatief
gebruik / gebruikt u
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
gebruikend
Voltooid / Past Participle
gebruikt
Zelfstandig naamwoord
het gebruiken