61
-
irregular, strong verb "heffen"
Strong verb:
[v]-ie-[v] (#7): heffen, hief, geheven
Conjugation:
Irregular:
In the Plural forms of OVT (Past) and in the Voltooid Deelwoord (Past Participle) the "f" is substituted for "v".
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik hef
jij heft
hij heft
wij heffen
jullie heffen
zij heffen
OVT / Past
ik hief
jij hief
hij hief
wij hieven
jullie hieven
zij hieven
OTTT / Future I
ik zal heffen
jij zult heffen
hij zal heffen
wij zullen heffen
jullie zullen heffen
zij zullen heffen
VTT / Present Perfect
ik heb geheven
jij hebt geheven
hij heeft geheven
wij hebben geheven
jullie hebben geheven
zij hebben geheven
VVT / Past Perfect
ik had geheven
jij had geheven
hij had geheven
wij hadden geheven
jullie hadden geheven
zij hadden geheven
VTTT / Future II
ik zal geheven hebben
jij zult geheven hebben
hij zal geheven hebben
wij zullen geheven hebben
jullie zullen geheven hebben
zij zullen geheven hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou heffen
jij zou heffen
hij zou heffen
wij zouden heffen
jullie zouden heffen
zij zouden heffen
VVTT / Conditional II
ik zou geheven hebben
jij zou geheven hebben
hij zou geheven hebben
wij zouden geheven hebben
jullie zouden geheven hebben
zij zouden geheven hebben
Imperatief
hef / heft u
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
heffend
Voltooid / Past Participle
geheven
Zelfstandig naamwoord
het heffen