27
-
strong verb "beginnen"
Strong verb:
i-o-o (#3a): beginnen, begon, begonnen
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik begin
jij begint
hij begint
wij beginnen
jullie beginnen
zij beginnen
OVT / Past
ik begon
jij begon
hij begon
wij begonnen
jullie begonnen
zij begonnen
OTTT / Future I
ik zal beginnen
jij zult beginnen
hij zal beginnen
wij zullen beginnen
jullie zullen beginnen
zij zullen beginnen
VTT / Present Perfect
ik ben begonnen
jij bent begonnen
hij is begonnen
wij zijn begonnen
jullie zijn begonnen
zij zijn begonnen
VVT / Past Perfect
ik was begonnen
jij was begonnen
hij was begonnen
wij waren begonnen
jullie waren begonnen
zij waren begonnen
VTTT / Future II
ik zal begonnen zijn
jij zult begonnen zijn
hij zal begonnen zijn
wij zullen begonnen zijn
jullie zullen begonnen zijn
zij zullen begonnen zijn
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou beginnen
jij zou beginnen
hij zou beginnen
wij zouden beginnen
jullie zouden beginnen
zij zouden beginnen
VVTT / Conditional II
ik zou begonnen zijn
jij zou begonnen zijn
hij zou begonnen zijn
wij zouden begonnen zijn
jullie zouden begonnen zijn
zij zouden begonnen zijn
Imperatief
begin / begint u
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
beginnend
Voltooid / Past Participle
begonnen
Zelfstandig naamwoord
het beginnen