29
-
strong verb "bergen"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
-
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik berg
jij bergt
hij bergt
wij bergen
jullie bergen
zij bergen
OVT / Past
ik borg
jij borg
hij borg
wij borgen
jullie borgen
zij borgen
OTTT / Future I
ik zal bergen
jij zult bergen
hij zal bergen
wij zullen bergen
jullie zullen bergen
zij zullen bergen
VTT / Present Perfect
ik heb geborgen
jij hebt geborgen
hij heeft geborgen
wij hebben geborgen
jullie hebben geborgen
zij hebben geborgen
VVT / Past Perfect
ik had geborgen
jij had geborgen
hij had geborgen
wij hadden geborgen
jullie hadden geborgen
zij hadden geborgen
VTTT / Future II
ik zal geborgen hebben
jij zult geborgen hebben
hij zal geborgen hebben
wij zullen geborgen hebben
jullie zullen geborgen hebben
zij zullen geborgen hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou bergen
jij zou bergen
hij zou bergen
wij zouden bergen
jullie zouden bergen
zij zouden bergen
VVTT / Conditional II
ik zou geborgen hebben
jij zou geborgen hebben
hij zou geborgen hebben
wij zouden geborgen hebben
jullie zouden geborgen hebben
zij zouden geborgen hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
bergend
Voltooid / Past Participle
geborgen
Zelfstandig naamwoord