Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
29
-
strong verb "bergen"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
e-o-o (#3b): bergen, borg, geborgen
Conjugation:
-
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik berg
jij bergt
hij bergt
wij bergen
jullie bergen
zij bergen
OVT / Past
ik borg
jij borg
hij borg
wij borgen
jullie borgen
zij borgen
OTTT / Future I
ik zal bergen
jij zult bergen
hij zal bergen
wij zullen bergen
jullie zullen bergen
zij zullen bergen
VTT / Present Perfect
ik heb geborgen
jij hebt geborgen
hij heeft geborgen
wij hebben geborgen
jullie hebben geborgen
zij hebben geborgen
VVT / Past Perfect
ik had geborgen
jij had geborgen
hij had geborgen
wij hadden geborgen
jullie hadden geborgen
zij hadden geborgen
VTTT / Future II
ik zal geborgen hebben
jij zult geborgen hebben
hij zal geborgen hebben
wij zullen geborgen hebben
jullie zullen geborgen hebben
zij zullen geborgen hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou bergen
jij zou bergen
hij zou bergen
wij zouden bergen
jullie zouden bergen
zij zouden bergen
VVTT / Conditional II
ik zou geborgen hebben
jij zou geborgen hebben
hij zou geborgen hebben
wij zouden geborgen hebben
jullie zouden geborgen hebben
zij zouden geborgen hebben
Imperatief

berg / bergt u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
bergend
Voltooid / Past Participle
geborgen
Zelfstandig naamwoord

het bergen


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved