Irregular verbs, overview
Weak verb:
openen
Conjugation:
-
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik open
jij opent
hij opent
wij openen
jullie openen
zij openen
OVT / Past
ik opende
jij opende
hij opende
wij openden
jullie openden
zij openden
OTTT / Future I
ik zal openen
jij zult openen
hij zal openen
wij zullen openen
jullie zullen openen
zij zullen openen
VTT / Present Perfect
ik heb geopend
jij hebt geopend
hij heeft geopend
wij hebben geopend
jullie hebben geopend
zij hebben geopend
VVT / Past Perfect
ik had geopend
jij had geopend
hij had geopend
wij hadden geopend
jullie hadden geopend
zij hadden geopend
VTTT / Future II
ik zal geopend hebben
jij zult geopend hebben
hij zal geopend hebben
wij zullen geopend hebben
jullie zullen geopend hebben
zij zullen geopend hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou openen
jij zou openen
hij zou openen
wij zouden openen
jullie zouden openen
zij zouden openen
VVTT / Conditional II
ik zou geopend hebben
jij zou geopend hebben
hij zou geopend hebben
wij zouden geopend hebben
jullie zouden geopend hebben
zij zouden geopend hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
openend
Voltooid / Past Participle
geopend
Zelfstandig naamwoord