Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
98
-
strong verb "spinnen"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
i-o-o (#3a): spinnen, spon, gesponnen
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik spin
jij spint
hij spint
wij spinnen
jullie spinnen
zij spinnen
OVT / Past
ik spon
jij spon
hij spon
wij sponnen
jullie sponnen
zij sponnen
OTTT / Future I
ik zal spinnen
jij zult spinnen
hij zal spinnen
wij zullen spinnen
jullie zullen spinnen
zij zullen spinnen
VTT / Present Perfect
ik heb gesponnen
jij hebt gesponnen
hij heeft gesponnen
wij hebben gesponnen
jullie hebben gesponnen
zij hebben gesponnen
VVT / Past Perfect
ik had gesponnen
jij had gesponnen
hij had gesponnen
wij hadden gesponnen
jullie hadden gesponnen
zij hadden gesponnen
VTTT / Future II
ik zal gesponnen hebben
jij zult gesponnen hebben
hij zal gesponnen hebben
wij zullen gesponnen hebben
jullie zullen gesponnen hebben
zij zullen gesponnen hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou spinnen
jij zou spinnen
hij zou spinnen
wij zouden spinnen
jullie zouden spinnen
zij zouden spinnen
VVTT / Conditional II
ik zou gesponnen hebben
jij zou gesponnen hebben
hij zou gesponnen hebben
wij zouden gesponnen hebben
jullie zouden gesponnen hebben
zij zouden gesponnen hebben
Imperatief

spin / spint u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
spinnend
Voltooid / Past Participle
gesponnen
Zelfstandig naamwoord

het spinnen


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved