Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
102
-
strong verb "steken"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
e-a-o (#4): steken, stak, gestoken
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik steek
jij steekt
hij steekt
wij steken
jullie steken
zij steken
OVT / Past
ik stak
jij stak
hij stak
wij staken
jullie staken
zij staken
OTTT / Future I
ik zal steken
jij zult steken
hij zal steken
wij zullen steken
jullie zullen steken
zij zullen steken
VTT / Present Perfect
ik heb gestoken
jij hebt gestoken
hij heeft gestoken
wij hebben gestoken
jullie hebben gestoken
zij hebben gestoken
VVT / Past Perfect
ik had gestoken
jij had gestoken
hij had gestoken
wij hadden gestoken
jullie hadden gestoken
zij hadden gestoken
VTTT / Future II
ik zal gestoken hebben
jij zult gestoken hebben
hij zal gestoken hebben
wij zullen gestoken hebben
jullie zullen gestoken hebben
zij zullen gestoken hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou steken
jij zou steken
hij zou steken
wij zouden steken
jullie zouden steken
zij zouden steken
VVTT / Conditional II
ik zou gestoken hebben
jij zou gestoken hebben
hij zou gestoken hebben
wij zouden gestoken hebben
jullie zouden gestoken hebben
zij zouden gestoken hebben
Imperatief

steek / steekt u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
stekend
Voltooid / Past Participle
gestoken
Zelfstandig naamwoord

het steken


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved