73
-
strong verb "krijgen"
Irregular verbs, overview
Strong verb:
Conjugation:
-
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik krijg
jij krijgt
hij krijgt
wij krijgen
jullie krijgen
zij krijgen
OVT / Past
ik kreeg
jij kreeg
hij kreeg
wij kregen
jullie kregen
zij kregen
OTTT / Future I
ik zal krijgen
jij zult krijgen
hij zal krijgen
wij zullen krijgen
jullie zullen krijgen
zij zullen krijgen
VTT / Present Perfect
ik heb gekregen
jij hebt gekregen
hij heeft gekregen
wij hebben gekregen
jullie hebben gekregen
zij hebben gekregen
VVT / Past Perfect
ik had gekregen
jij had gekregen
hij had gekregen
wij hadden gekregen
jullie hadden gekregen
zij hadden gekregen
VTTT / Future II
ik zal gekregen hebben
jij zult gekregen hebben
hij zal gekregen hebben
wij zullen gekregen hebben
jullie zullen gekregen hebben
zij zullen gekregen hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou krijgen
jij zou krijgen
hij zou krijgen
wij zouden krijgen
jullie zouden krijgen
zij zouden krijgen
VVTT / Conditional II
ik zou gekregen hebben
jij zou gekregen hebben
hij zou gekregen hebben
wij zouden gekregen hebben
jullie zouden gekregen hebben
zij zouden gekregen hebben
Imperatief
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
krijgend
Voltooid / Past Participle
gekregen
Zelfstandig naamwoord