Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
127
-
weak verb "wonen"

Irregular verbs, overview


Weak verb:
wonen
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik woon
jij woont
hij woont
wij wonen
jullie wonen
zij wonen
OVT / Past
ik woonde
jij woonde
hij woonde
wij woonden
jullie woonden
zij woonden
OTTT / Future I
ik zal wonen
jij zult wonen
hij zal wonen
wij zullen wonen
jullie zullen wonen
zij zullen wonen
VTT / Present Perfect
ik heb gewoond
jij hebt gewoond
hij heeft gewoond
wij hebben gewoond
jullie hebben gewoond
zij hebben gewoond
VVT / Past Perfect
ik had gewoond
jij had gewoond
hij had gewoond
wij hadden gewoond
jullie hadden gewoond
zij hadden gewoond
VTTT / Future II
ik zal gewoond hebben
jij zult gewoond hebben
hij zal gewoond hebben
wij zullen gewoond hebben
jullie zullen gewoond hebben
zij zullen gewoond hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou wonen
jij zou wonen
hij zou wonen
wij zouden wonen
jullie zouden wonen
zij zouden wonen
VVTT / Conditional II
ik zou gewoond hebben
jij zou gewoond hebben
hij zou gewoond hebben
wij zouden gewoond hebben
jullie zouden gewoond hebben
zij zouden gewoond hebben
Imperatief

woon / woont u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
wonend
Voltooid / Past Participle
gewoond
Zelfstandig naamwoord

het wonen


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2024. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2024. All rights reserved