Verbtime uses the rules listed here to build passive verbs.
Singular I Pers Pron + [worden] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Singular II Pers Pron + [worden] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Singular III Pers Pron + [worden] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Plural I Pers Pron + [worden] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Plural II Pers Pron + [worden] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Plural III Pers Pron + [worden] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Example: Indicatief OTT (Present), Singular I of "helpen" = "ik word geholpen"
Singular I Pers Pron + [zijn] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Singular II Pers Pron + [zijn] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Singular III Pers Pron + [zijn] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Plural I Pers Pron + [zijn] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Plural II Pers Pron + [zijn] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Plural III Pers Pron + [zijn] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb)
Example: Indicatief VTT (Present Perfect), Singular I of "helpen" = "ik ben geholpen"
Singular I Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + worden
Singular II Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + worden
Singular III Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + worden
Plural I Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + worden
Plural II Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + worden
Plural III Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + worden
Example: Indicatief, OTTT (Future I), Singular I of "helpen" = "ik zal geholpen worden"
Example: Conditionalis, OVTT (Conditional I), Singular I of "helpen" = "ik zou geholpen worden"
Singular I Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + zijn
Singular II Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + zijn
Singular III Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + zijn
Plural I Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + zijn
Plural II Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + zijn
Plural III Pers Pron + [zullen] + Voltooid Deelwoord / Past Participle (verb) + zijn
Example: Indicatief, VTTT (Future II), Singular I of "helpen" = "ik zal geholpen zijn"
Example: Conditionalis, VVTT (Conditional II), Singular I of "helpen" = "ik zou geholpen zijn"
also see:
Dutch Verb Table, Overview
Passive verb building, example verb